De gedachten overvallen me terwijl ik in de keuken sta, met mijn handen op het marmeren blad en omgeven door geuren die in een eigenzinnig ritme de ruimte vullen. Deze ruimte, waar alles opnieuw zichzelf wordt, maar dan anders en voller, met een hernieuwd cachet.
Ik denk aan wat Jill Scott zei, over iemand die haar had verteld dat het best met zo min mogelijk boter kon en met belachelijk weinig specerijen. Ze zei dat ze had geantwoord dat ze zo een leven niet kon leiden. Ik begrijp dat. Gezondheid is belangrijk zolang het genieten niet wordt belemmerd, al verkies ook ik het verse boven het voorbereide. Maar ik laat graag ruimte voor wat brutaliteit en intuïtie, liefst in topkwaliteit. Koken is experiment in functie van een wetenschap, limieten staan er in de weg en begrenzen nodeloos de mogelijkheden. Ik zie de keuken, deze keuken, als een laboratorium met chemische processen, misschien wel wat magie, waar ik vrij beweeg, soms doordacht, vaker onbezonnen, live it, grind it, taste it.
Ligt het aan dat woord, ‘keuken’? Het klinkt soms als een gemeenplaats voor snelle happen, gespaarde moeite en functioneel gevulde magen. Maar niet hier, alstublieft niet hier. Mijn koken verdient een tempel, voor het eindeloze geuren, voor de muziek van hakken en sissen, voor de rituelen. Ik gun mijn koken degelijke materialen, toegewijd, essentieel. Messen snijden mooier als ze scherp zijn - tjk-tjk-tjk - het metaal glanzend, het hout warm. Ik drink geen wijn uit een gamel. Live it, grind it, taste it. En ook de ingrediënten wil ik op hun delicaatst, zorgvuldig gekozen, onverwerkt, puur, zo wil ik ze ook behandelen. Het gekraak van de molen - grnd, grnd - ik stel me voor dat ik hoor hoe de olie van de specerijen vrijkomt. Als ik ze over het eten strooi als een milde regen, merk ik hoe hun temperament de rest aansteekt, het sissen lijkt erdoor toe te nemen. Ik wil de specerijen gedroogd maar ongeschonden en versgemalen, ik wil hun smaken ten volle proeven, ieder segment van hun rijkdom, ze zijn zo oud als de wereld zelf. Live it, grind it, taste it, mijn mantra.
De chaos die hier heerst kent een eigen orde, afgedwongen door de dingen die me omgeven en die ik secuur heb gekozen. Ze zingen een lofzang aan de schoonheid van de soberheid, zie je dat voor je, kan je het horen? Ze zijn mijn attributen, mijn instrumenten, hun strakke vormen en aardse materialen spreken een oertaal, zuiver, tijdloos, zonder franjes. Net als deze totem, meer dan gewoon een molen. Ik koester ze als het leven zelf. Ik kook om te delen, ik hou van de spanning waarmee de gasten wachten, hun nieuwgierigheid. Om dan, zonder getreuzel maar ook zonder haast, onverwachte schatten te presenteren, met deze molen als leidmotief. Live it, grind it, taste it, opnieuw en opnieuw.